.

De herkomst en ontwikkeling van het bidprentje

Bidprentjes zijn vrijwel alleen in de Rooms Katholiek Kerk bekend. Ze worden tijdens of na de afscheidsdienst voor een overledene meegegeven aan familieleden, vrienden en bekenden.

Het bidprentje is afkomstig uit de Nederlanden, d.w.z. het huidige Nederland en België. De eerste exemplaren kwamen in omloop aan het einde van de 17e eeuw. Het waren vooral priesters en kloosterlingen die deze eerste bidprentjes lieten maken.
Op de achterkant werd de naam van de overledene geschreven met meestal een gebed of een tekst uit de bijbel erbij.  Het oudst bekende, met de handgeschreven, exemplaar da¬teert van 1668.


Rond 1730 verschenen de eerste gedrukte bidprentjes met gravures in Amsterdam. Onder het plaatje werd, in het Latijn, Frans of Nederlands, een tekst geplaatst . Op de achterkant stond dan “Bid voor de Ziel van Zaliger” gevolgd door de naam, de plaats en de ouderdom van de overledene en tenslotte een tekst uit de Heilige Schrift die op een of andere manier paste bij de overledene.
Eind 18e eeuw kregen de rijke gelovigen, priesters, al een bidprentje. Na 1850 werd het uitgeven van prentjes voor overledenen ook voor andere groepen mensen betaalbaar.
Via de hoge burgerij, dan de kleine burgerij vond het prentje zijn weg naar alle klassen van de samenleving.

bidprentje

De versiering van het bidprentje

De bidprentjes van de 18e en de 19e eeuw werden versierd met vaak christelijke symbolen. Vele voorstellingen roepen gedachten aan de dood op: zandloper met zeis, overledene in het vagevuur, St. Jozef (patroon van de goede dood) schip op stormende zee, treurwilgen en gebroken zuilen, en passievoorstellingen, pieta’s, afbeelding van het heilig Hart en van de heilige Maagd, soms ook nog eens van een heilige, kelken, kruisen, ankers etc., tenslotte ook prentjes die eerder heidens dan christelijk aandoen.
De zwarte rouwband, die op oude doodsbrieven als kant te vinden is, heeft lang stand gehouden.

Bidprentje

Nieuw, begin 20e eeuw, was het verschijnen van de specifieke kinderbidprentjes. Die zijn helemaal omringd door een blauwe rand en hebben als afbeelding meestal een engel die een kind ten hemel voert of die een bloem plukt.
De periode na 1960 bracht vooral vernieuwing door de verfijning van de druktechnieken, wat in het bijzonder aanleiding gaf tot de verspreiding van bidprentjes met prachtige kleurenfoto's.
Er is geen plaats meer voor de zwarte rouwrand, en de uitgebreide christelijke symboliek is meestal gereduceerd tot een eenvoudig kruisje. Ook het heiligenprentje aan de voorzijde verdween en werd vervangen door bijvoorbeeld idyllische landschappen, en, de laatste tijd, vooral door een foto van de overledene.

Bidprentje

Gedurende de laatste decennia van de vorige eeuw stelt men tevens een ander fenomeen vast en wel wat vorm en grootte van het prentje betreft. Gedurende meer dan een eeuw heeft men zich steeds gehouden aan een tamelijk vast formaat, ongeveer 7 cm op 11 cm, enkel of dubbel. Rond 1980 ontstaat er plots een wildgroei van formaten of beter gezegd: er bestaat geen vast formaat meer.

De teksten op het bidprentje

In het begin stond het bidden voor het zielenheil van de overledene centraal. Het bidprentje was een oproep om te bidden voor het zielenheil van de overledene. De achtergrond was het in de Middeleeuwen onstane geloof in het bestaan van een vagevuur, een soort tussenvorm tussen hemel en hel, waarin zondige zielen werden gezuiverd om uiteindelijk toch in de hemel terecht te komen. Via het gebed konden de nabestaanden het zuiveringsproces gunstig beïnvloeden.
Door het bidprentje kon je de herinnering bewaren aan de overledene. Het bidprentje was een middel voor het verdienen van aflaten voor de overledene.
In de jaren 60 van de vorige eeuw, verandert het denken over de dood. Het bidden voor het zieleheil maakt plaats voor de nagedachtenis. Het bidprentje dient nu vooral als herinnering aan de overledene bij de nabestaanden. Nu echter meestal met een levensbeschrijving van de overledene, soms ook met een persoonlijk woord van de overledene.

bidprentje

Verzamelen

In de beginperiode werden naast de naam van de overledene alleen de leeftijd, overlijdensdatum en plaats van overlijden op het prentje vermeld. Men voegde hier later meer gegevens aan toe, zoals: de begraafplaats, de geboortedatum en -plaats.
Omdat de data meestal werden overgenomen uit de trouwboekjes, zijn bidprentjes een vrij betrouwbare bron van gegevens voor genealogen. Ook kan men uit de tekst opmaken of de overledenen gehuwd was en/of er kinderen waren.
Dit is de reden dat veel afdelingen van de NGV, ook de afdeling Twente,  bidprentjes verzamelen.