Familie Scholten-Sijses

NH Lidmatemboek Diepenheim 1694-1756: Belijdenis: 24-12-1715; Met att. naar Apeldoorn: 10-04-1718; Van Putten: 1720 (tussen 1 april en 30 juni); In 1749 lidmaat te Diepenheim binnen de Plaatsch. Direct onder de namen van de echtelieden staan gemeld: Janna Wolbers en Harmen Wolbers. ------------------------------------------------ Trouwboek NH, 22 april 1683 - 8 okt.1729 Jan Wolberts zoon van Jan Wolberts alhier tot Diepenheim tegenwoordig wonende op het Loo met Anna Mechteld Cappers dochter van wijlen Herman Cappers alhier tot Diepenheim, Inschrijving den 18 Dec. 1718. Afgekondigt den 25 Dec: 1718 en den 1 & 8 Jan: 1719 alhier, na vertoningen van attestatie van Apeldoorn van dat doen de geboden geschied zijn bevestight den 22 Jan: ------------------------------------ RA Diepenheim, Fol.6, Vol. 315-316 en 347-349: De echtelieden maakten tot driemaal toe een testament op. Zowel in 1765, 1766 als 1768. Zij legateren elkander het vruchtgebruik van 'alle bij dode na te laten goederen.' - Zoon Harmen Wolbers verkrijgt de vrije toegang tot het huis plus de volle legitieme portie. - Dochter Janna Wolbers is verplicht de ouders tijdens hun leven te onderhouden. Zo ook haar broer Harmen. - Zoon Gerrit Wolbers verkrijgt het huis waarin hijzelf woont. Voorts nog twee gaardens die hij in gebruik heeft. - Hij moet zijn zoon en hun kleinzoon Jan Wolbers een bedrag uitkeren van honderd gulden. - De voornoemde kleinzoon Jan ontvangt na beider overlijden de kleren, linnen en wollen die toebehoren aan de testateur. - Dochter Janna is de universele erfgenaam over alle onvermaakte goederen. - Mocht Janna eerder overlijden dan Harmen, dan zal de gehele nalatenschap op hem komen te vervallen. - In het laatse testamen vervalt de erfenis aan Janna over de onvermaakte goederen: 'benoemen wij testateur en testatrice, onze zoon Harmen Wolbers tot erfgenaam in de ene halfscheid, de kinderen van onze zoon Gerrit Wolbers in de andere halfscheid van alle hare na te laten goederen.' De jongste zoon, Jan Hendrik, werd in geen van de akten genoemd. Inventaris Drostambt Diepenheim: 56 Jan Wolbers vordert van Lutizia Reigers, echtgenote van Jan Moiderman, eerherstel en boete wegens belediging Incompleet Er is geen vonnis bewaard, 1732-1735 57 Jan Wolbers vordert van Jan Berend Moiderman eerherstel en boete wegens belediging Compleet Vonnis is bewaard, 1733-1736 59 Jan Wolbers vordert Klaas Cappers cum suis, erfgenamen van Engeltje Gerrits, betaling van een vordering, die hij op Engeltje had Incompleet Een incidenteel vonnis en het eindvonnis zijn bewaard, 1738-1747 64 Jan Wolbers en consorten panden de roerende goederen van hun zwager en broeder Klaas Kappers om daarop te verhalen wat hun nog toekomt volgens de bepalingen van een magescheid met hun schoonmoeder en moeder, de weduwe van Hermannus Kappers Incom pleet Het vonnis is bewaard, 1749-1752 N.B. Het geschil betreft de tienden uit het goed Lambertink in het kerspel Markelo, een leen van het huis Vorden. Gedaagde stelt, dat hij deze tienden naar Zutfens leenrecht niet in gelijke porties met zijn mede-erfgenamen hoeft te delen.