van Kooten, Leendert Willemsz
GeslachtMan
Leeftijd48
Geborenwo 17 nov 1784 te Lopik
Gedooptzo 21 nov 1784 te Lopik
Overledenzo 10 mrt 1833 te Frederiksoord (gem. Vledder)
Begraven
BeroepBoerenknecht, winkelier (1828),arbeider, kolonist, vrijboer
VaderKooten, Willem Leendertsz van
MoederMuijlwijck, Teuntje
  
Broer Willem
Broer Cornelis
Broer Cornelis (1)
Zus Annigje (1)
Huwelijkza 8 jan 1814 te Waarder (gem. Reeuwijk, ZH)
metWijngaarden, Annigje van
Kinderen: (10) Leonard (3)
Wouter (12)
Teuntje
Willem
Pieter
Maria (7)
Willemtje
Aagje (4)
Kornelis (6)
Pieter
Notities:
-PersoonIs in 1812 soldaat der besoldigde garde te Amsterdam
Kan bij zijn huwelijk in 1814 niet schrijven
Bij zijn huwelijk geeft zijn moeder Teuntje Muylwijk toestemming voor het huwelijk.
In de huwelijks bijlagen staat vermeld dat ze is overleden! Begraven te Lopik.
Bij zijn overlijden wordt als moeder vermeld: Antje van den Berg !!
Er is een Antje van den Berg in de boeken van de MvW.
Waarschijnlijk is daar een vergissing gemaakt.
-----------
Volgens Ra. Z.H. zijn de kinderen geboren in Waarder, gem. Woerden.
-----------
Maatschappij van Weldadigheid:
L. van Kooten is kolonist uit de kontributie van de Subcie. Woerden ter vervanging van P. Corba.
Op 18 juni 1828 geplaatst in kolonie I;
Op 13 febr. 1830 naar Ommerschans als landbouwer op hoeve 10.
Op 25 dec. 1830 walkolonist nr.6 W.K., als bouwknecht wegens malversaties bij het oogsten van aardappelen.
Op 12 jan. 1833 van Ommerschans weer in Kol.I, hoeve 103 wegens leverklachten.
Overledene: Leendert Kooten, overleden te Vledder (Frederiksoord) op 10-03-1833. Er is geen onroerend goed aanwezig.
..
De gronden bij de gestichten werden door de valide kolonisten bewerkt, onder toezicht van een "bouwman", een bekwaam kolonist die met zijn gezin een hoeve bewoonde en ook "hoevenaar" werd genoemd. Vier of vijf hoevenaars stonden gezamenlijk onder toezicht van een wijkmeester. In de fabrieken werden uitsluitend valide bedelaars te werk gesteld, terwijl de invaliden en kinderen lichte arbeid buiten de fabrieken moesten verrichten. Voor alle werkzaamheden werd loon berekend, waarvan 2/3e gedeelte was bestemd voor het onderhoud van de ziekenzalen en het Fonds van Reserve (ter dekking van de jaarwedde van de ambtenaren en enige andere kosten). De rest werd aan de kolonist uitbetaald bij ontslag uit het gesticht.
---
26 MAR 1831 van Kooten notulen Raad van Tucht Ommerschans 1829-1844 bouwboer
veroordeelde tot wordt met huisgezin onder nadere approbatie van de Permanente Kommissie verwezen naar de Strakolonie op de Ommerschans wegens vergrijp: ontvreemding vaan aardappels uit de kuil op het land liggende aan de maatschappij toebehorende en uit welke 90 schepels aardappels vermist zijn. Bij visitatie bevonden dat in deszelfs woning 100 schepels aardappels aanwezig waren. Beklaagde geeft te kennen dat hij die aardappels agter de ploeg op het land heeft opgeraapt. Overwegende dat het onmogelijk is dat na het rooijen bij het omploegen van het land, zoo veel aardappelen konden gevonden wordenDeze aanklacht had reeds eerder voor deze Raad moeten dienen, maar dor tusschekomende omstandigheden is dit tot nu toe verhindert, terwijl opgemelde bouwboer inmiddels onder goedkeuring van den Heer Direkteur der Kolonien bereids is gestraft geworden en verwezen als bankolonist
  
-Geboortekwaliteit bron: 3
Volgens zijn huwelijksakte geboren in Lopik. Is gedoopt in Lopik.
Volgens de Maatschappij van Weldadigheid in Waarder.
Volgens ovl. akte in de gemeente Woerden, waar beide plaatsen onder vallen.
Bij zijn huwelijk wordt als moeder genoemd Teuntje Muilwijk, aanwezig bij het huwelijk.
Bij zijn ovl. wordt als moeder genoemd: Antje van den Berg
Doopget. Willemijntje Muijlwijck moeders zuster
  
-Overlijdenkwaliteit bron: 3
  
-Relatie 1814, acte 5
Referentie7274
Datumw 28-01-2019